Als rasechte Antwerpenaar, verhuisde je naar Gent waar je met vake in het huwelijksbootje stapte. Je kreeg twee kinderen Koen en Machteld. Eerst had je een kruidenierswinkel in de nabijheid van het Gravenkasteel en na 18 jaar startte je een café/ restaurant in de Belfortstraat. Je bouwde dit uit tot een zaak waar veel groepen kwamen zowel schoolkinderen met hun eigen picknick als toeristenbussen van her en der. Jouw pensioen bracht je door in Zomergem waar je een mooie tijd beleefde en waar je je liefde voor katten bleef onderhouden. Drie jaar terug ging je gezondheid erop achteruit en moest ik op zoek naar een rusthuis. Je had dan al een jaar verschillende ziekenhuizen in Vlaanderen bezocht. Omdat er in Zomergem geen plaats was en ik in Zwevegem woon kon ik een plaatske bemachtigen in Marialove te Heestert. Ik vond dit een ideale plaats omdat ik je dan regelmatig kon bezoeken. Jammer genoeg vond jij West-Vlaanderen maar een boerenstreek en je was nooit echt gelukkig. Je Antwerpse Roets bleef je trouw. Na twee jaar in het rusthuis kreeg je een hartstilstand en omwille van je zwakke gezondheid overleed je eraan. 31 december zal nooit meer hetzelfde zijn. En of je het nu wou of niet je laatste rustplek is in gezonde West-Vlaamse grond.