Brief aan Jolien, mijn dochter

27 maart 2021,

zaterdagavond,

aan de eettafel - Hamme

Liefste meisje van mij,

ongeveer twee jaar geleden, kort na je overlijden, schreef ik je een brief.

Sindsdien schreef ik zo weinig, en al zeker geen brief meer.

Maar je weet dat er geen dag voorbij ging dat ik niet met je sprak.

Als het verdriet mij niet verzwelgt, verzuipt, verstikt …

Als ik niet bloed uit elke porie in mijn huid…

… en die zwartogige hond van rouw en de dood bijt mij niet ongenadig bij de keel…

… dan zijn er momenten van genade, van schoonheid…

… dan sta ik open

En dan voel ik jouw aanwezigheid.

Dan kan ik je bijna zien, aan de periferie van mijn blikveld,

kan ik je net niet aanraken, nét niet voelen, besnuffelen,...

Toch laat je je op zulke momenten - momenten van genade - in alles zien.

In het koele, heldere lenteweer.

In elke bloem. Vooral elke magnoliaboom of -struik.

In alles turquoise - (tussen haakjes: je papa en ik brachten wat van jouw asse naar Nepal,bliezen je zo dicht mogelijk tot bij de Turquoise Godin - “Cho Oyu” - als we konden…)

Je laat je zien in windmolens en watermolens

In rivieren en de glinstering op water wanneer de zon in haar “golden hour” alles een magische gloed geeft - wéér een genade.

Je bent dan elk klein meisje op elke kinderfiets

Elk knuffelbeestje

en ook alle dieren groot én klein - vooral klein

Je bent in de schaterlach van je broertje

en in zoveel meer dat ik niet kan benoemen.

Het is alsof wij dan samen dansen aan een frontier van het bewustzijn - die flinterdunne sluier tussen Het Leven en De Dood - die op zich ook zo vaak als een illusie aanvoelt

Maar dan gooien die aardse, dagelijkse dingen onze connectie overhoop,

wordt de magie verbroken

als een steentje dat de perfecte spiegeling van een wateroppervlak doorbreekt.

Papa en ik, wij dragen dit verdriet.

We verachten het, vinden het afschuwelijk dàt we dat moeten doen.

We zijn zo boos, liefste meisje!

Jij had récht op leven. Dat is jou ontnomen.

En ons ook.

Het leven is nog steeds zo enorm waardevol, zo hard de moeite om geleefd te worden.

Tegelijk is het ook ploeteren, overleven, door bramen kruipen op handen en voeten, doornen tegen onze slapen, heel luid roepen in complete stilte. De ontreddering van een schreeuw die slechts weinigen onder ons kunnen horen, laat staan verstààn.

Jij staat boven al dat aardse geploeter.

Jij bent tegelijk voor altijd dat prachtig klein baby’tje

en zoveel meer

dan gelijk welke aardse verschijning.

Ik weet dat er een dag komt waarop wij weer samen zullen zijn.

Niet als moeder en dochter,

want ik geloof dat al die categorieën wegvallen.

Neen. Wij zullen samen in de moederschoot ronddrijven.

Wij zullen weer één zijn.

Het zal zo groots zijn…

… en tegelijk zo intiem…

Met mijn op organische verbindingen gebaseerd bewustzijn kan ik dat nu nog niet vatten

Terug naar huis. Na onze dood gaan we terug naar huis.

Wanneer je papa en ik ‘s avonds gaan slapen vraag ik hem:

“Liefje, waar is ons meisje?”

en dan zegt hij:

“Ze is een beetje bij ons”

Blijf bij ons.

Het leven is maar een zuchtje

We zijn ooit weer samen, nooit meer gescheiden.

En ook: we zijn al samen want de dood kàn ons, moeder en dochter, niet scheiden.

Laten we samen dansen rond de magnolia, gekleed in turquoise …

Laten we samen lachen naar een zwaan…

…laten we samen…


Auteur: Jessie Van Cauter
Overledene: Jolien Van Crombrugghe
Data: °28/03/2019 †04/04/2019
Rustplaats: Thuis