Ze vroeg me op de kinderen te passen

Mijn moeder is gestorven toen ze amper 40 jaar oud was. Ze had leukemie. Op het einde van haar leven heb ik haar iets beloofd. Ik was toen 16 jaar en de oudste van 8 kinderen, 2 jongens waren toen al gestorven. Ze vroeg: ‘Jantje, wil je goed op de kinderen passen.’ Ik stond zeer dicht bij mijn moeder. Mijn vader wist niets van het huishouden, ik was haar secondant, haar rechterhand. Zij en ik wisten wat een gezin kost. Als kleine jongen ging ik al bij welgestelde ooms op bezoek om geld te kunnen lenen. Zo konden we verder leven.
Ik heb ervoor gezorgd dat mijn broers en zussen allemaal de humaniora hebben kunnen afwerken. Dat had mijn moeder graag gewild. Ik moest daarvoor opboksen tegen mijn vader die liever wilde dat ze allemaal een ‘stiel’ gingen leren. Mijn vader maakte schoolborden, nog op de artisanale manier. Toen kwam de concurrentie van de schoolborden van Eternit, hij is daaraan bijna failliet gegaan. Gelukkig kon hij toen schrijnwerker worden bij de gemeente Waregem. In ’53 hebben mijn ouders nog een nieuwe woning kunnen zetten met 6 slaapkamers. Gelukkig waren er toen goeie leenvoorwaarden bij de bond van kroostrijke gezinnen. In dat nieuwe huis is mijn moeder kort daarna overleden, in ’54.
Ze was een sterke vrouw. Ik weet nog dat ze alle kinderen samenriep rond de Vlaamse stoof. Aan ieder kind zei ze iets. Mij vertelde ze dat ik minder eieren moest eten. Ze voelde al dat ze ziek was. Pas achteraf kwamen we te weten dat ze leukemie had. Volgens de zusters in de kliniek was ze gestorven door een slechte bloedtransfusie. Er was geen kankerspecialist in Waregem. Een dokter uit Deinze had wel door dat ze waarschijnlijk snel zou sterven.

Het overlijden van mijn moeder was voor mij een blijvend trauma. Ik was 16 jaar en had mijn moeder nodig, maar ik had geen toegang meer tot haar. Ik zat in mijn puberteit, ik had liefde nodig van mijn moeder. Ik was trots op mijn moeder. Toen ik in het college zat kwam ze elk jaar naar de ‘generale afroeping’. Ze was piekfijn uitgedost en droeg een Chinese hoed met groene zijde.

In de buurt van Perpignan is in een kerkje het enige gekende kruisbeeld van een glimlachende Jezus te zien. Ik wilde dat beeld koste wat het kost zien, maar toen ik daarnaartoe ging bleek de kerk ontoegankelijk. Ik zat daar en voelde me eerst volledig verloren. Ik besefte dat ik na al die jaren nog altijd met mijn moeder leefde. Toen heb ik het besluit genomen om, net zoals mijn moeder, ieder mens met de glimlach te benaderen. Ze zei niet alleen dat ze anderen graag zag, ze deed het ook echt. Tijdens de eindejaarsperiode ging ze papieren kerststallen van de KAV uitdelen bij mensen die zich geen kerststal konden permitteren. In mijn kamer hangt de foto van mijn lachende moeder naast een foto van de glimlachende Christus uit de buurt van Perpignan. Het is voor mij dezelfde menslievende lach.


Auteur: Johan Van Calbergh
Overledene: Marie-Louise Delombaerde
Data: °30/11/1913 †09/10/1954