Rietje Vergeet-me-nietje, over een niet alledaags prinsesje

Er was eens een elfenkoning en een elfenkoningin. Ze verwachtten hun vierde elfenkindje. Op een mooie winterdag, tegen de noen, werd het kindje geboren. Het was een meisje. Prinses Rietje was haar naam. Dat het geen gewoon elfje was, stond in de sterren geschreven.

Toen het prinsesje opgroeide, bleek al snel dat ze het eigenlijk veel leuker vond om stoere, jongensachtige dingen te doen, met veel geschaafde vleugeltjes tot gevolg. Zeker samen met haar 3 jaar oudere elfenbroer, prins Marcus. Ze vond het bijvoorbeeld geweldig om samen met hem balletjes te trappen in de koninklijke tuin tot er geen sprietje gras of bloemetje meer te zien was, tot groot drama bij de elfenkoningin, maar dat hield hen niet tegen.

Niet alleen was prinses Rietje dol op voetballen, ook was ze een echt “waterrietje”, wat zeer uitzonderlijk was voor een elfje. En als ze iets deed, was dat niet zomaar, nee, prinses Rietje wilde de beste zijn en dus behaalde ze vaak een ereplaats op het podium van de koninklijke zwemwedstrijden.

Op een dag gebeurde er iets magisch: de prinses werd stiekem gevolgd door een elfenprins, niet zomaar een prins, … het was prins Andreas, een prins met een verhaal. Al snel werden ze verliefd, trouwden ze en ja hoor, van het één kwam een Leen … en 2 jaar later werd het helemaal “Greet”.

De 2 kleine prinsesjes groeiden onbezorgd en liefdevol op in een warm nest, want dat was oh zo belangrijk voor prinses Rietje. De meisjes mochten muziek leren, natuurlijk ook leren zwemmen, schaatsen, zelfs andere kaboutertalen leren, noem maar op. Ze werden ook elke dag verwend met lekker eten. De “Rietjesfrietjes” waren een echt begrip.

Toen de kleine prinsesjes wat ouder werden en ze zichzelf al wat beter konden bezig houden, leerde prinses Rietje samen met prins Andreas tennissen. Daar waar de prins het hield bij een keer een balletje slaan, kwam het bij de prinses al snel tot een wedstrijdje hier en een wedstrijdje daar … ja, die winnersmentaliteit, die was ze nog altijd niet kwijt.

Op een dag, toen de prinsesjes zelf al prinsessen waren, stond de boze heks plots voor de deur van prinses Rietje: ze probeerde haar te vergiftigen, maar prinses Rietje slaagde erin om het vergif tegen te houden. Uit frustratie ging de boze heks ook langs bij Rietjes oudere broer, prins Marcus. Hij had minder geluk. Dat deed prinses Rietje veel verdriet.

Een paar jaar later werd prinses Rietje een echte elfenkoningin: haar eerste elfenkleinkind werd geboren! Nooit had ze gedacht dat haar koninklijke drang om dat kleine meisje zo vaak mogelijk te zien en te voelen zo groot was. Al snel kwamen er nog 2 kleine prinsenkinderen bij, en dat tot haar grote vreugde. Er zat zelfs een elfenprinsje bij! Dat had ze vroeger zélf ook zo graag nog gehad.

Met haar kleine prinsenkinderen ging ze graag op stap, nee, niet zoals een echte elfenkoningin met de elfenkoets en de gevleugelde paarden, maar met de stapschoenen aan, de tennisballen bij de hand, de picknick altijd van de partij, … wél altijd met mooi gerode lippen.

Wat de koningin helemaal niet verwacht had, was dat er na een paar jaar nog 4 paar kleine puntige elfenoortjes bij zouden komen. Dolgelukkig was ze dat ze dat allemaal nog mocht meemaken.

Op een dag, toen niemand het nog verwachtte, stond de boze heks weer voor de deur van koningin Rietje. Dit keer pakte de heks het subtieler maar niet minder efficiënt aan. Toch gaf de koningin zich weer niet gewonnen en maakte ze er een punt van om weer elfenkampioen van de koninklijke tennistornooien te worden. Geen kans liet ze onbenut om met haar nieuwe vleugels de ballen van links naar rechts te meppen, met succes.

Dat maakte de boze heks nijdig. Ze bedacht een plan dat niet kon mislukken. Toen de boze heks opnieuw voor de deur van de koningin stond, wist de koningin dat het deze keer menens was. Toch gaf ze niet op.

Dag per dag zagen koning Andreas, de prinsessen, de kleine elfenprinsjes en -prinsesjes dat de koningin een beetje van haar magische krachten verloor. Dat maakte hen boos en zeer verdrietig. De vleugels van de oudste elfenprinses werden er zelfs helemaal dof en deels kaal van. Gelukkig kregen ze veel hulp en steun van de andere prinsenfamilies en kaboutervrienden, want koningin Rietje, die werd graag gezien.

Toen de koningin zichtbaar verzwakt was, vroeg de oudste elfenprinses aan haar: “Hoe moeten we dat redden, zo zonder jou?” Toen sprak de elfenkoningin: “Lieve meid, telkens als je het nodig hebt, zal ik je een veertje toesturen. Hou ze goed bij tot je er mooie, krachtige vleugels van kan maken om ze uit te slaan. Kijk dus goed rond …”

En zo gebeurde …

En Rietje? Ze leefde niet zo lang, maar wel gelukkig …


Auteur: Leen Plasmans
Overledene: Rita Noens
Data: °23/01/1949 †10/06/2021
Rustplaats: Begraafplaats Heimolen